Beoordeling mate van hinder

U hebt als gemeente beoordelingsruimte bij het vaststellen van overmatige hinder. Bij toezicht is het belangrijk om zorgvuldig bewijzen te verzamelen en goed vast te leggen.

Handhaving bij overlast

Handhaving bij overlast veroorzaakt door particuliere houtstook is mogelijk. Technische bouwvoorschriften en zorgplichtbepalingen vormen hiervoor de juridische grondslag. Gebruikers van een bouwwerk, open erf of terrein moeten alle redelijke maatregelen nemen om overlast of hinder van onder andere rook, roet, walm en stof te voorkomen of te stoppen. Deze specifieke zorgplicht staat in het tijdelijk deel van het omgevingsplan, in de bruidsschat. Het gaat om artikel 22.18 (bouwwerken) en 22.20 (open erven en terreinen) van deze bruidsschat. Beide artikelen vervangen sinds 2024 het overlastartikel 7.22 uit het Bouwbesluit. Gemeenten kunnen deze specifieke zorgplicht verduidelijken of verder invullen in het omgevingsplan.

Om vernietiging van besluiten te voorkomen, is het belangrijk bij het toezicht bewijzen zorgvuldig te verzamelen en goed vast te leggen. Ook moet een besluit goed gemotiveerd zijn. Zie voor tips ook:

Beoordelingsruimte

Bij het vaststellen van overmatige hinder hebben gemeenten beoordelingsruimte (Raad van State uitspraak 201907239/1/R3). Dit blijkt ook uit bijvoorbeeld deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant:

Uitspraak ECLI:NL:RBOBR:2019:4055: “Het argument van verweerder dat er geen landelijke regels gelden of landelijke richtlijnen voor het gebruik van houtkachels is niet voldoende. Ook bij het ontbreken van deze regels of richtlijnen geldt artikel 7.22 van het Bouwbesluit nog steeds en zal verweerder dus een antwoord moeten geven op de vraag of het gebruik van een houtkachel tot hinder leidt.”

Uitgevoerde inspecties

Een besluit moet duidelijke conclusies trekken uit uitgevoerde inspecties. De inspectierapporten moeten duidelijk vastleggen waar toezichthouders stonden. Ook weersomstandigheden en wanneer (in dit geval) een kachel was aangestoken, moeten zijn vastgelegd.

Bevoegde gezagen kunnen beoordelen of een houtkachel hinder veroorzaakt. Zij hebben beoordelingsruimte bij het vaststellen van de aanvaardbaarheid van de hinder. Zij mogen beleid vaststellen, maar dit hoeft niet. Zij moeten antwoord geven op de vraag of het gebruik van een houtkachel tot hinder leidt en de zorgplichtbepaling wordt nageleefd.

Representatief beeld van de situatie

Het doel van controles door toezichthouders is om een representatief beeld van de situatie in kaart te brengen. De aard, inhoud en frequentie van controles kunnen gemeenten zelf bepalen, maar het is redelijk aannemelijk dat 1 momentopname niet volstaat. Zelfs niet wanneer er een (landelijke) meetmethode en norm beschikbaar zouden zijn.

Op de pagina checklist beoordeling houtstookoverlast staan suggesties die toezichthouders kunnen gebruiken. Een voorbeeld is een representatieve beoordeling door de gemeente Leeuwarden. Zij hebben een representatief beeld van de situatie in kaart gebracht en de inspecties voldoende en zorgvuldig vastgelegd. Deze aanpak heeft standgehouden bij de Raad van State.

In het kennisdocument van de STAB staat ook een checklist (tabel 10.1).

Modelleren van een lokale situatie

Het is op dit moment niet mogelijk om een immissienorm te toetsen via rekenmodellen zoals SRM3/ Nationaal Nieuw Model. De rekenmodellen zijn niet ontworpen om op korte afstand te rekenen in bebouwde omgeving en in zeer lokale situaties. Dit komt mede door de vele obstakels die niet gemodelleerd kunnen worden. Daardoor kennen de uitkomsten van een SRM3 berekening veel onzekerheden.

De uitkomsten van de SRM3 zijn dus niet voldoende betrouwbaar en nauwkeurig om de situatie te monitoren of te beoordelen. De berekening van geurimmissie vereist volgens de rechtbank nog nader onderzoek en kan nog niet worden toegepast (SHE 18/596 ECLI:NL:RBOBR:2019:4055).

Zie ook de pagina Documenten modelleren houtstook.




Immissienorm

Een gedefinieerde maximale concentratie-eis in de buitenlucht in de leefomgeving (bij voorkeur gerelateerd aan een bepaalde blootstellingsduur).