Luchtkwaliteit in de woonomgeving

In het Schone Lucht Akkoord wordt de nadruk gelegd op mogelijke gezondheidseffecten als gevolg van blootstelling. Daarom is de luchtkwaliteit in de woon- en leefomgeving een specifiek aandachtspunt.

Kennisvragen

Bij welke emissiebronnen in de woonomgeving van mensen kan nog significante gezondheidswinst worden gerealiseerd. Welke maatregelen zijn daarvoor nodig en effectief. Wat is de impact van deze maatregelen op de blootstelling op verschillende leefomstandigheden van mensen.

Deze kennisvraag is onderdeel van het deelonderwerp 'Luchtkwaliteit in de ruimtelijke context'.

Aangrijpingspunten voor het luchtbeleid

Dit is onder meer de doorwerking van kleinschalige toepassingen van biomassa (zoals houtkachels) op de lokale luchtkwaliteit en het effect ervan op de gezondheid. Luchtvervuiling door de sector consumenten (waar ook houtstook onder valt) veroorzaakt 14% van de gezondheidsschade.

Houtstook

Voor houtstook door particuliere huishoudens wordt in het Schone Lucht Akkoord een afname van de emissies en daarmee samenhangend een afname van de negatieve gezondheidseffecten nagestreefd. De maatregelen in het SLA richten zich op het stoken van hout binnenshuis. Het doel is een dalende trend van emissies naar lucht ten opzichte van 2016.

Emissies

Naast emissies door mobiliteit, hebben ook de emissies door industrie en mobiele werktuigen significant impact op de luchtkwaliteit in de woonomgeving. De emissies door de industrie dragen (voor het referentiejaar 2016) voor 12% bij aan de negatieve gezondheidseffecten uit binnenlandse bronnen. Mobiele werktuigen zoals bouwmachines dragen, ondanks hun beperkte aantal, voor ongeveer 11% bij aan de negatieve gezondheidseffecten van binnenlandse bronnen.

Verdichting leefomgeving

De verdichting van de leefomgeving al decennialang één van de leidende principes in het Nederlandse ruimtelijk beleid. Dit is ook voor het Schone Lucht Akkoord van belang. Bij de berekening van concentraties naar blootstellingen en naar mogelijke gezondheidswinst wordt vaak uitgegaan van standaard rekenhoogten, terwijl (bij met name midden- en hoogbouw) mensen in toenemende mate zullen wonen en werken op andere leefniveaus.

Beoogde resultaten kennisvraag

Deze kennisvraag richt zich op de impact van luchtverontreiniging op de woonomgeving. De vraag die beantwoord moet worden is bij welke emissiebronnen in de woonomgeving van mensen nog significante gezondheidswinst kan worden gerealiseerd. Deze kennisvraag moet de effecten van maatregelen en de verschillen tussen mogelijke opties vroegtijdig zichtbaar kunnen maken.

Hiermee is het een vervolg op de kennisvraag Potentiële gezondheidswinst door reductie van emissies en ligt het voor de hand de informatie en kennis uit die kennisvraag hier verder uit te werken. Maar ook de informatie uit de kennisvraag Luchtkwaliteit en mobiliteit moet bij deze impactassessment worden meegewogen.

Gevolgen kleinschalige houtstook

Specifiek moet in deze kennisvraag worden ingegaan op de gevolgen van kleinschalige biomasssa (zoals houtstook) in de leefomgeving. Daarnaast is van belang hoe de effecten daarvan zoveel mogelijke kunnen worden beperkt. Welke maatregelen zich daar het beste voor lenen en wat het effect van deze maatregelen is op de blootstelling. In de beantwoording ervan kan ook worden aangesloten bij de kennisvraag Gezondheidseffecten bij kortdurende blootstelling.

Veranderende leef- en woonomstandigheden

Als laatste kan in deze kennisvraag aandacht worden besteed aan de veranderende leef- en woonomstandigheden. Mensen zullen (onder meer door COVID-19) vaker thuis werken en door verdichting van het stedelijk gebied wonen en/of verblijven op andere of grotere hoogtes. Hierdoor kan de impact van luchtverontreiniging en het gevolg voor de gezondheid mogelijk ook veranderen. Deze kennisvraag kan daar ook een antwoord op geven.

Meer informatie: