Utrechts gedeputeerde Huib van Essen nieuw stuurgroeplid ‘Aan een akkoord kleven ook risico’s’

Gepubliceerd 23 februari 2024

Gedeputeerde van provincie Utrecht Huib van Essen is na recente portefeuillewisselingen de opvolger van Rob van Muilekom (ook Utrechts provinciebestuurder) in de stuurgroep van het Schone Lucht Akkoord. ‘De stuurgroep speelt wat mij betreft een belangrijke rol in checken welke maatregelen effectief zijn.’

Foto nieuwsbrief Huib van Essen
Huib van Essen, nieuw stuurgroeplid Schone Lucht Akkoord

‘Het besef dat luchtkwaliteit een grote invloed heeft op de gezondheid van mensen is stap voor stap wel doorgedrongen in Nederland. De luchtkwaliteit is verbeterd. Toch blijft aandacht voor schone lucht nodig. We hebben in Nederland op veel plekken nog steeds een ongezonde lucht, die leidt tot gezondheidsschade. Niet alleen tot een kortere levensduur. Dat is statistiek. Ik denk vooral aan mensen die luchtwegklachten hebben, voor wie de kwaliteit van leven door vervuilde lucht drastisch vermindert. Daarom is het Schone Lucht Akkoord zo goed. Overheden hebben met elkaar afgesproken dat ze samen aan de lat staan voor verdere gezondheidsverbetering door schonere lucht’, zegt Huib van Essen, portefeuillehouder Milieu (onder meer) van provincie Utrecht.

Verplichting en stimulering

Lokale, nationale en Europese overheden spelen een grote rol om verbetering voor elkaar te boksen, met normering, maatregelen en subsidies, weet Van Essen. Als manager en beleidsadviseur bij onafhankelijk onderzoeksbureau CEDelft deed hij voor zijn provinciale functie al veel kennis op over het effect van luchtkwaliteit op de gezondheid en de invloed van overheden. Hij zag onder meer hoe Europese normen voor uitstoot van voertuigen leidden tot veel minder schadelijke stoffen in de lucht. ‘Verplichting en stimulering vanuit de overheid is echt nodig. Het bedrijfsleven zet niet alleen zulke grote stappen.’

Schaduwzijde houtvuur

Nu verschillende bronnen van luchtvervuiling de afgelopen decennia zijn aangepakt, speelt houtrook een steeds grotere rol als bron van schadelijke stoffen in de lucht. Van Essen: ‘Lang is dit een blinde vlek geweest. Maar houtrook wordt absoluut en relatief belangrijker. En het is een bron die lastiger door overheden aan te pakken is dan bijvoorbeeld uitstoot door mobiliteit. Het gaat om gedragsverandering. Zoals we ook niet meer ‘gezellig’ een glas met sigaretten op tafel zetten bij feestjes, moeten mensen ook gaan beseffen dat ‘gezellig’ en vuurtje stoken een schaduwzijde heeft. Hoe romantisch een knapperend vuurtje ook is, die schaduwzijde moeten we wel serieus nemen.’

Houtstook durven aanpakken

‘Houtstook is een groot maatschappelijk probleem dat we samen moeten oplossen. Een landelijk verbod op houtstook vanuit het Rijk, dat zou nu niet lukken en het is ook de vraag of dat de eerste stap moet zijn. Maar we kunnen de oplossing ook niet alleen bij gemeenten neerleggen. Of alleen burgers informeren. Dat is te mager’, stelt Van Essen.

‘Een akkoord als het SLA helpt om als gemeenten samen met provincies en het Rijk op te trekken. In campagnes maar bijvoorbeeld ook zoals de Utrechtse en Gelderse gemeenten van regio Foodvalley hebben gedaan. Zij hebben gezamenlijk een SpUk-subsidie aangevraagd, in dit geval voor verwijdering van rookkanalen. Je móet houtrookoverlast durven aanpakken. Dat kan bijvoorbeeld ook met filters op rookkanalen.’

Aansluiting SLA stimuleren

Hij ziet voor de provincie vooral een rol weggelegd in de informatievoorziening aan gemeenten, stimulerende maatregelen en de gezamenlijke lobby. ‘Als stuurgroeplid zit ik nu dichter bij het vuur.’ Hij lacht om de beeldspraak. ‘Ik kan daardoor de regionale belangen goed onder de aandacht brengen en goede voorbeelden mee naar huis nemen. Maar nu we het over gezamenlijkheid hebben, dit is wel een reminder voor mij om opnieuw aandacht te steken in het bevorderen van aansluiting van gemeentes bij het SLA in regionaal verband.’

Effectiviteitscheck

Aan een akkoord kleven ook risico’s, constateert Van Essen. ‘Het is vrijwillig. Het kan blijven hangen in laaghangend fruit oogsten. Ik denk dat we als stuurgroep het Rijk scherp moeten houden op een effectieve aanpak. Kijken welke maatregelen werken en na een tijdje afscheid durven nemen van maatregelen of instrumenten die niet effectief zijn om de lucht schoner te krijgen. Ik ga me zeker verder verdiepen in de monitoring. Ik vind dat de stuurgroep een belangrijke rol moet spelen in die effectiviteitscheck én in aandacht vragen voor maatregelen die extra aandacht en inspanning nodig hebben.’