Bestuurdersconferentie Schone Lucht Jaarcongres

Gepubliceerd 9 juni 2022

Een kleine 30 bestuurders van gemeenten en provincies bespraken met staatssecretaris Vivianne Heijnen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en met elkaar ontwikkelingen in het Schone Lucht Akkoord. Dit gebeurde tijdens het Schone Lucht Jaarcongres op 30 mei. Ook werden op de bijeenkomst ervaringen gedeeld.

Arno Bonte: stevige inzet op mobiliteit

Arno Bonte, wethouder van Rotterdam, vertelde over verschillende aanpassingen in Rotterdam die een positief effect hebben op de luchtkwaliteit. Zwaartepunt ligt op mobiliteit en vergroening. ‘De Coolsingel is veranderd van een vierbaanssnelweg in het breedste fietspad van de stad’, was een van zijn voorbeelden.

Nu mobiliteit als belangrijke bron van emissie stevig is aangepakt, komen andere bronnen zoals houtstook en scheepvaart meer in beeld. In 2030 zal 90% van de Rotterdamse kades zijn voorzien van walstroom. Daarmee is een mooie stap gemaakt met de specifieke uitkering voor het SLA, bijvoorbeeld voor cruiseschepen.

Jan Wijnia: stook niet

Wethouder Jan Wijnia van Nijmegen noemde vooral industrie en houtstook als knelpunten in zijn gemeente. ‘De lucht in Nijmegen is een beetje schoner geworden. Maar we zijn er zeker nog niet. Naar aanleiding van een asfaltcentrale die de normen voor uitstoot overschreed, hebben we geconstateerd dat er meer binnenstedelijke industrie is die niet aan de vergunning voldoet. Dat pakken we samen met de provincie Gelderland en de gemeente Beuningen aan. Dat is waar het SLA ook over gaat: dat je niet naar een ander wijst om het op te lossen, maar elkaar weet te vinden om samen resultaten te boeken. We gaan scherper vergunnen.’

Houtstook heeft zoals in elke gemeente felle voor- en tegenstanders. Wijnia: ‘Tot nu toe hebben we in de communicatie altijd het accent gelegd op: stook verstandig. Ik denk dat we een stap verder moeten gaan in de communicatie: erkennen dat houtstook bijdraagt aan luchtvervuiling en inzetten op: stook niet.’ Tot slot riep hij op de specifieke uitkering ook na 2022 door te zetten.

Paul Ruyssenaars: alles aanpakken

Paul Ruyssenaars, presenteerde de resultaten van de doorrekening van de uitvoeringsplannen door het RIVM. ‘Als alle maatregelen worden uitgevoerd, halen we het doel van het SLA van 50% gezondheidswinst in 2030 ten opzichte van 2016 bijna. We komen uit op 47%. Als je als gemeente of provincie zeker wilt zijn van het halen van het doel, benut dan ook aanpalend beleid, zoals stikstof- of klimaatbeleid.’

Wat is succesvol luchtbeleid? ‘De internationale uitstoot verminderen, waardoor de algehele luchtkwaliteit verbetert is efficiënt. Maar de incidentele pieken op straatniveau aanpakken, is ook belangrijk, omdat iedereen recht heeft op schone lucht. Het draagt allebei bij aan schonere lucht.’ Hij demonstreerde de tool ‘Beleidsondersteuning Lokale Gezondheidsberekening’ die het RIVM heeft ontwikkeld om het effect van lokale maatregelen te berekenen.

Tjeerd van Dekken: schoonste technieken industrie

Tjeerd van Dekken, gedeputeerde van de provincie Groningen gaf aan dat de lucht in zijn provincie relatief schoon is, ondanks het feit dat 15% van de zware industrie in Nederland in de Eemshaven zit. ‘Om de lucht schoon te hóuden, moet de industrie in Groningen al 10 jaar de schoonste technieken voor luchtemissies toepassen, de best beschikbare technieken (bbt’s). We willen nog een stap verder gaan: dat bedrijven álle schoonste technieken die uitvoerbaar en betaalbaar zijn benutten. Onze aanpak leidt tot forse discussies tussen bedrijfsleven, provincie en omgevingsdiensten. Om die goed te kunnen voeren, is het echt nodig om kennis van bbt’s en installaties te hebben. We hebben veel aan de informatie en de cofinanciering die het Rijk levert. Dat heeft effect. Ik hoop dat we het Schone Lucht Akkoord met volle kracht uitvoeren voor onze gezondheid.’

‘Wat offeren we op aan de economie? Dagelijks 50 kinderen erbij met astma is toch onacceptabel?!’

Houtstookdiscussie

De bijeenkomst sloot af met ruimte om vragen te stellen, kennis uit te wisselen en in discussie te gaan met elkaar. Een aantal punten hieruit:

  • Het is niet altijd nodig dat gemeentes maatwerk voor hun gemeente maken. Soms is uniformiteit in de normstelling juist goed. Kunnen we bijvoorbeeld als gemeentes niet meer delen in hoe we de Omgevingswet uniform kunnen gaan toepassen? Kunnen we niet meer 1 lijn trekken in onze eisen aan het bedrijfsleven? Bedrijven willen wel schoner werken, maar het is ingewikkeld als ze voor elke stad aan andere regels moeten voldoen.
  • Een aantal wethouders is voor een verbod op houtkachels en vraagt om regie vanuit het Rijk. ‘Het scheelt voor wethouders zo als je vanuit het Rijk gefaciliteerd wordt om een verbod op houtstook te regelen. Het is belangrijk dat het Rijk aangeeft dat houtstook niet goed is voor de gezondheid. Nu botsen we zelfs met rijksbeleid als we snelle stappen willen zetten. En wat wij ervaren als prangende kwesties, leidt bij het Rijk maar traag tot ander beleid.’ Andere wethouders zijn tegen een landelijk verbod, omdat het probleem niet overal even groot is. Hoe leg je uit dat mensen niet mogen stoken als bijvoorbeeld de luchtvaart of industrie voor veel meer vervuiling zorgt. Belangrijk dus om ook andere mogelijkheden om de emissie terug te dringen aan te pakken. En rijksbeleid zit lokaal beleid soms in de weg. SLA-projectleider Karin Blaauw geeft aan dat met gemeentes samen is onderzocht welke aanvullende maatregelen er nodig zijn om gemeentes te helpen bij het houtstookbeleid. Komend najaar wordt daar een klap op gegeven.
  • Vanuit gemeente Amsterdam komt de vraag of er gemeentes zijn die in gesprek willen gaan over de mogelijkheid om een milieuzone voor mobiele werktuigen in te stellen.
  • Het is goed om ook als bestuurders periodiek bijeen te komen, concluderen de deelnemers. Een suggestie is om naast de ambtelijke themagroepen ook eens in de zoveel tijd een bestuurlijke themagroep of deelsessies te organiseren. We moeten elkaar tussentijds ook weten te vinden en kennis uitwisselen.
  • Tot slot klinkt er een hartenkreet om veel meer na te denken over wat je opoffert aan de economie. ‘We moeten veel meer lef tonen. Als we horen dat er dagelijks 50 kinderen astma krijgen door vieze lucht, dat is toch onacceptabel?!’

Na afloop konden de bestuurders op aanwijzing van de scholieren een fijnstofmeter maken.

Jongeren helpen bestuurders bij het maken van een fijnstofsensor
Jongeren helpen bestuurders bij het maken van een fijnstofsensor