Provincie Zuid-Holland benut regionale samenwerkingsverbanden

Gepubliceerd 16 december 2022

In het dashboard van het Schone Lucht Akkoord zijn alle decentrale uitvoeringsplannen van de deelnemers verwerkt. Er is te zien welke maatregelen de deelnemers nemen en hoever ze staan met de uitvoering. Bij de provincie Zuid-Holland kleurt opvallend veel groen: maatregelen die al worden uitgevoerd.

Daarvoor is een simpele verklaring volgens Michael Evers, beleidsadviseur Milieu van provincie Zuid-Holland: ‘We waren voor het Schone Lucht Akkoord (SLA) al bezig met schoneluchtbeleid via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). We hebben dus al jaren beleid dat is gericht op een betere luchtkwaliteit voor onze inwoners. Het lijkt erop dat we daarmee ons doel voor gezondheidswinst gaan halen: in 2030 de WHO-advieswaarden uit 2019 bereiken.’

Omgevingsdiensten centraal

‘De maatregel die de meeste vruchten afwerpt? Regionale samenwerkingsverbanden opzetten. Gemeenten hebben een band met de omgevingsdienst. In de regio van omgevingsdienst Midden-Holland bestond daarnaast een regionaal samenwerkingsverband tussen de gemeenten via de omgevingsdienst. Dat hebben we ook in de andere regio’s opgezet’, vertelt Michael Evers.

De provincie heeft vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland. ‘Die omgevingsdiensten hebben we centraal gezet. Zij zijn aanspreekpunt geworden voor het SLA en coördineren de uitvoering regionaal. Het idee is dat gemeenten binnen het regionale samenwerkingsverband rond zo’n omgevingsdienst gezamenlijk een probleem aanpakken en de inzetbare uren en financiële lasten delen’, legt Evers uit. De omgevingsdienst coördineert dit.

‘Zo kun je met een lichtere bezetting en beperkt budget tot heel wat voor elkaar krijgen.’

‘Het werkt heel praktisch. Eén of enkele gemeenten ontwikkelen een aanpak voor bijvoorbeeld houtstook of mobiliteit. Andere kunnen zo’n plan overnemen en hoeven bij wijze van spreken alleen de naam van de gemeente in het plan even te veranderen. Iedereen pakt een onderwerp op en zo kun je met een lichtere bezetting en een gelimiteerd budget toch heel wat voor elkaar krijgen.’

Evers: ’Het effect van regionale samenwerkingsverbanden met de omgevingsdienst als spil is niet direct kwantificeerbaar in de rekenmethodes voor gezondheidswinst. Maar het levert veel op. Gemeenten die in hun eentje niet toekomen aan een bepaalde maatregel, voeren hem nu wel uit, omdat ze er een blauwdruk voor krijgen of zich meer bewust worden van wat mogelijk is.’

Verkenning industrie

‘We zijn nu net gestart via de regionale samenwerking Zuid-Holland-Zuid met een aanpak voor scherper vergunnen aan de industrie. We hebben als provincie tijd en geld gereserveerd bij de omgevingsdiensten. Zij hebben de opdracht gekregen om per gemeente uit te zoeken waar ze tegenaan lopen en wat ze willen aanpakken. Daar kwam er onder meer uit dat ze niet precies weten hoe ze scherper vergunnen moeten aanpakken.

Een aantal gemeenten binnen de regio Zuid-Holland-Zuid willen verkennen welke bedrijven ze in hun gemeente hebben waar nog ruimte is voor een lagere uitstoot binnen de toegestane bandbreedte in de vergunning. De omgevingsdienst heeft geadviseerd hoe ze dat kunnen uitzoeken en heeft geïnventariseerd wie wil aansluiten. Dordrecht trekt dit nu, samen met enkele andere steden. Hun verkenning start binnenkort en daarna gaan ze een steekproef uit die bedrijven aanschrijven om mee te doen aan de uitvoering. Ze doen dit onderzoek en de pilot met steun vanuit de Specifieke Uitkering.’

Ook gemeenten buiten SLA

Evers: ‘De extra stap die we als provincie zetten, is dat we niet alleen gemeenten betrekken die zijn aangesloten bij het SLA, maar alle gemeenten. Schone lucht is van iedereen, dus we informeren iedereen. Alleen zijn aangesloten gemeenten eerder op de hoogte en meer betrokken, via onder meer themabijeenkomsten’, zegt Michael Evers. ‘Zelfs als gemeenten niet aan een maatregel meedoen, dan creëert deze aanpak in elk geval bewustzijn. En kennis.’

Tips

Het decentraal uitvoeringsplan van de provincie dit jaar was het tweede. ‘Het eerste opstellen, in 2021, is best intensief geweest, omdat we alle afdelingen zijn langsgegaan om te inventariseren welke raakvlakken er zijn met gezonde lucht, welk beleid er is dat effect heeft op de luchtkwaliteit. Dit jaar hadden we alle contactpersonen en het staande beleid al in beeld en hoefden we alleen maar informatie te updaten’, vertelt Evers.

‘Wie nu voor het eerst een decentraal uitvoeringsplan moet maken, zou ik willen meegeven bij de buren te kijken: er zijn al veel decentrale uitvoeringsplannen waar je misschien stukken van kunt overnemen. En zitten er witte vlekken in het beleid? Dan is het een kwestie van een plan opstellen. Er komt allicht bestuurlijke dekking, want je wethouder heeft het SLA-akkoord getekend.’


foto M Evers

Michael Evers, beleidsadviseur milieu van provincie Zuid-Holland