Update kennisagenda

Gepubliceerd 31 oktober 2022

Waar staan we met de kennisagenda van het Schone Lucht Akkoord? Wat is er al mee gedaan en waar willen we naar toe? Tijd voor een update, een half jaar na de presentatie van de kennisagenda op het jaarcongres van het Schone Lucht Akkoord in mei 2022. Lennart Trouborst, senior adviseur luchtkwaliteit van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, geeft antwoord op zes vragen.

Even terug naar de basis. Wat wil de SLA-organisatie ook al weer bereiken met de kennisagenda?

‘De kennisagenda geeft houvast en richting voor onze kennisontwikkeling. Met de agenda willen we ervoor zorgen dat we de juiste dingen onderzoeken: witte vlekken in de kennis invullen en de actualiteit bijbenen. Bijvoorbeeld: hoeveel schoner wordt onze lucht als fabrieken van kolen naar waterstof overschakelen? Of: we weten dat ‘normaal’ fijnstof schadelijk is, maar zijn er verschillen in de samenstelling of oorsprong van fijnstofdeeltjes? Deze vragen beantwoorden, helpt ons om effectiever beleid te maken. En daarnaast willen we dubbel werk voorkomen.’

Hoe is de kennisagenda samengesteld?

‘We hebben allereerst bij Rijk, gemeenten en provincies en andere betrokken partijen zoals kennisinstellingen de kennisbehoefte geïnventariseerd. Heel simpel: welke vragen krijgen wij van onze burgers, bestuurders of collega’s die we niet kunnen beantwoorden? Welke vragen hebben we zelf bij onze maatregelen? Op 2 bijeenkomsten, in juni en november 2021 hebben meer dan 200 mensen aan deze inventarisatie meegedaan.

Een werkgroep van het ministerie van IenW, RIVM en Rijkswaterstaat heeft deze kennisvragen op een rijtje gezet en besproken met deskundigen. Daar kwamen elf hoofdvragen uit. Een vraag over gedragsverandering en communicatie zat daar niet bij. Toen we de lijst weer aan de ruim 200 meedenkers voorlegden, kregen we te horen dat dit toch echt een relevant thema is. Daarom is dat thema aan de lijst toegevoegd. Daarmee hadden we twaalf hoofdvragen voor extra kennis. Die zijn in mei gepresenteerd in de kennisagenda, die op de SLA-website staat.

‘Ik ben dankbaar dat zoveel mensen hebben meegedacht. De agenda is daar beter van geworden, praktischer’

Ik ben heel blij en ook best dankbaar dat de provincies, gemeenten en andere belanghebbende partijen zo hebben meegeholpen om ze op te stellen. De agenda is daar beter van geworden, praktischer. Passend bij hun behoefte aan kennis. Gemeenten en provincies hebben zo de kans gekregen om invloed uit te oefenen op toekomstige onderzoeksprioriteiten. Ook kleinere partijen kunnen meesturen. Ik hoop echt dat elke SLA-partij zich in de kennisvragen kan vinden. Dat ze een goede weerspiegeling zijn van de vragen die zowel bij een grote provincie als bij een kleinere gemeente leven.’

Wat is het effect van de agenda tot nu toe?

‘Elk jaar geven wij als Rijksoverheid geld aan onderzoekers van onder meer RIVM, TNO en andere externe bureaus om onze vragen over de luchtkwaliteit te beantwoorden. Het ministerie van IenW gebruikt de kennisvragen in de agenda nu als leidraad voor opdrachten voor onderzoek. In onze jaaropdracht naar het RIVM hebben we bijvoorbeeld gekeken welke vragen uit de agenda we volgend jaar kunnen beantwoorden.

Daarnaast hebben we gesprekken gevoerd met andere kennisinstellingen om te kijken waar hun programma’s bij de kennisagenda kunnen aansluiten.

De agenda blijkt ook een magneet voor onderzoeksideeën. Het gebeurt regelmatig dat mensen bij mij aankloppen met: “Jij doet die kennisagenda, toch? Zou jij misschien deze vraag ook kunnen meenemen?”’

Wat hebben SLA-partijen concreet aan deze agenda?

‘Ik moedig elke SLA-partij die onderzoek uitvoert of uitzet aan om ook vooraf naar de kennisvragen in de agenda te kijken. Je kunt zien waar je efficiënt kunt bijdragen aan kennis over schone lucht waar behoefte aan is.

De kennisagenda kan dubbel werk voorkomen en ervoor zorgen dat je samen kunt optrekken. In de toekomst wil ik nog meer verbinding met provincies, gemeenten en andere partijen zoeken om te weten wat zij aan het onderzoeken zijn. Als duidelijker wordt welke partij waarmee bezig is, kunnen SLA-partijen resultaten en nieuwe onderzoeksideeën makkelijker met elkaar delen en toetsen. De kennisagenda zorgt voor nauwer contact tussen kennisinstellingen en SLA-deelnemers.’

Wat is nodig om de kennisagenda verder te vullen?

Met de SLA-organisatie werken we momenteel de kennisvragen verder uit tot nog concretere onderzoeksmogelijkheden, waar een onderzoeker snel iets mee kan.

Wij willen met de kennisagenda ook zorgen dat bestaande kennis (nieuwe resultaten, lopende onderzoeken) beter wordt gedeeld. Zowel tussen onderzoekers en beleidsmakers, als tussen de verschillende opdrachtgevers die allerlei studies uitzetten.

Het fijne aan de kennisagenda is dat hij op zich geen extra middelen vergt van SLA-deelnemers. Het draait erom dat we de middelen díe we al beschikbaar stellen voor onderzoeken goed inzetten: op de relevantste onderzoeksvragen, voor gezamenlijke doeleinden en waar mogelijk in samenwerking met elkaar. Neemt niet weg dat ik altijd het belang zie van meer en beter onderzoek.’

Hoe kun je meedoen aan het uitwerken van de openstaande kennisvragen?

‘Ik zou graag samen met Rijk, provincies en gemeenten kijken aan welke kennisvragen iedereen een bijdrage wil leveren (lees: onderzoek uitzetten).

Dat voorkomt ook dat onderzoeksresultaten bij verrassing verschijnen. Uiteraard heeft iedere partij zijn eigen belangen, budgetten en opdrachten en ik verwacht niet dat alles met elkaar wordt gedeeld. Maar het zou fijn zijn als wij als opdrachtgevers elkaar beter weten te vinden en wat vroeger een heads up geven over wat wij in onze eigen organisatie doen. Aan die verbindingen ga ik werken.’


Lennart Trouborst

Lennart Trouborst, senior adviseur luchtkwaliteit van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat