Inhoud Kennisagenda

Reductie van emissies

De kennisvraag potentiële gezondheidswinst reductie emissies is opgesplitst in twee delen: reductie van emissies door (ultra)fijnstof en de reductie van andere componenten van luchtverontreiniging.

De woonomgeving

In het Schone Lucht Akkoord wordt de nadruk gelegd op mogelijke gezondheidseffecten als gevolg van blootstelling. Daarom is de luchtkwaliteit in de woon- en leefomgeving een specifiek aandachtspunt.

Rurale gebieden

De blootstelling aan luchtverontreinigende componenten is in de rurale gebieden meestal lager dan in stedelijk gebied. Toch kennen rurale gebieden wel typische kenmerkende emissiebronnen zoals emissie door landbouwactiviteiten en mobiele werktuigen.

Het binnenmilieu

In het Schone Lucht Akkoord ligt de nadruk op verbetering van luchtkwaliteit in de buitenruimte. De inspanningen van het Schone Lucht Akkoord kunnen ook bijdragen aan een gezond binnenmilieu.

Mobiliteit

Er is al veel onderzoek verricht naar emissiebronnen door mobiliteit. Het Schone Lucht Akkoord ziet voor de mobiliteit nog wel een aantal specifieke aandachtspunten.

Lagere blootstelling

Het luchtkwaliteitsbeleid is veelal gericht op het saneren van hoog belaste situaties. Het is ook zinvol beleid te ontwikkelen voor locaties en/of gebieden met een lagere blootstelling.

Kortdurende blootstelling

De laatste decennia is in het beleid van de luchtkwaliteit veel aandacht geweest voor het verlagen van de chronische of langdurige blootstelling. De laatste tijd blijkt dat ook de kortdurende blootstelling of piekconcentraties negatieve gezondheidseffecten geeft.

Gecombineerde blootstelling

Veel wetenschappelijke studies laten zien dat blootstelling aan een combinatie van stoffen meer nadelige gezondheidseffecten geeft dan blootstelling aan alleen fijnstof of alleen stikstofdioxide.

Lokale maatregelen

De SLA-partners werken met (lokale) maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. De maatregelen moeten (kosten)effectief en inzetbaar zijn en leiden tot een significante gezondheidswinst.

WHO-advies en het SLA

In het najaar van 2021 heeft de WHO nieuwe advieswaarden voor fijnstof en stikstofdioxide geformuleerd. Het is nog niet duidelijk of er extra maatregelen nodig zijn om aan deze nieuwe WHO-advieswaarden te kunnen voldoen.

Informatie inzichtelijk maken

Informatie is belangrijk om de juiste keuzes te maken en goed te kunnen samenwerken. Ook is informatie nodig om het gekozen beleid te kunnen uitleggen aan betrokken burgers.

Gedragsverandering

Draagvlak is nodig om de maatregelen en gedragsverandering van de burgers voor elkaar te krijgen. Welke middelen kunnen op lokaal niveau worden ingezet om voor deze noodzakelijke gedragsverandering te zorgen.