Maak het uitvoeringsplan niet alleen

Gepubliceerd 14 februari 2022

Op 1 maart moeten gemeenten en provincies de decentrale uitvoeringsplannen inleveren of updaten. Waar loop je als gemeenteambtenaar tegenaan bij het opstellen van zo’n plan? Helpt het format van het ministerie? Corien Heezen en Fokkemijn Verwers van gemeente Amersfoort lichten toe hoe het bij hun gemeente verliep.

‘Probeer het vooral niet in je eentje te doen’, is het belangrijkste advies van Corien Heezen, adviseur milieubeleid bij gemeente Amersfoort. ‘Wij hebben het plan direct met mensen van verschillende afdelingen gemaakt. Wegverkeer en houtstook zijn in Amersfoort de belangrijkste bronnen van luchtvervuiling. Daar kan ons stadsbestuur ook de meeste invloed laten gelden. En bij mobiele werktuigen. Maar van industrie of landbouw weet bijvoorbeeld de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht veel meer af. Die hebben we dus erbij betrokken.’

Format

Het decentrale uitvoeringsplan geeft een overzicht van alle maatregelen die een gemeente of provincie neemt om de luchtkwaliteit te verbeteren en daarmee gezondheidswinst te boeken. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft in overleg met gemeenten en provincies een format gemaakt om het aanleveren van de gewenste informatie te vergemakkelijken. Dit format is beschikbaar via de samenwerkruimte van het Schone Lucht Akkoord (inloggen nodig).

Gemeenten en provincies vullen twee delen in:

  • vaste maatregelen die verplicht zijn voor alle deelnemers
  • aanvullende lokale maatregelen

Niks vergeten

‘Het format is handig omdat we zo zeker weten dat we niks overslaan. Mobiele werktuigen hebben we bijvoorbeeld dankzij het Schone Lucht Akkoord als aparte categorie beter op het netvlies gekregen’, zegt Corien Heezen.

Breder kijken

‘Vooral bij de vaste maatregelen liepen we er al snel tegenaan dat we van sommige onderwerpen te weinig wisten. Dat waren vaak punten die voor Amersfoort minder relevant zijn. Toch moesten we iets invullen. Om daar zinvolle maatregelen in te vullen hebben we verder gekeken dan de gemeentegrens. Wat doen andere gemeenten op dat beleidsterrein? Kunnen we samenwerken met de provincie? Dat werkte goed’, vertelt Corien Heezen.

Knippen en plakken

Wat hielp bij het invullen was het gemeentelijke beleidsplan voor luchtkwaliteit, dat parallel in de maak was. ‘Toen dat plan af was konden we een deel van het SLA-format vrij snel invullen met knippen en plakken’, lacht Corien Heezen.

‘Andersom bood het ministerie toen het Schone Lucht Akkoord tot stand kwam een overzicht van mogelijke maatregelen waarvan het RIVM het gezondheidseffect al had doorgerekend. Daar hebben wij in onze plannen dankbaar gebruik van gemaakt.’

Eigen ding doen

‘Wat ik prettig vind aan het Schone Lucht Akkoord is de ruimte om je eigen invulling te geven aan maatregelen en het gereedschap dat je daarvoor krijgt aangereikt’, zegt Fokkemijn Verwers, bezig met duurzame mobiliteit en luchtkwaliteit bij gemeente Amersfoort. Zo benutte zij de rekentool van het SLA om te bekijken welke gezondheidswinst de gemeente zou boeken met een subsidieregeling om vervuilende brommers uit de roulatie te nemen. Amersfoort kreeg hiervoor de helft gefinancierd uit de specifieke-uitkeringsregeling voor het Schone Lucht Akkoord. ‘Dat geld helpt om de maatregelen uit ons uitvoeringsplan te realiseren. Onze raad is enthousiast over verbetering van de luchtkwaliteit, maar voldoende budget om de maatregelen te kunnen uitvoeren, blijft een aandachtspunt.’

Combinatie belangrijk

Corien Heezen: ‘De oude WHO-normen in 2030 halen, was de inzet van het luchtkwaliteitsbeleid in Amersfoort. Ik ben heel benieuwd naar de doorrekening van het RIVM van alle plannen, zodat we beter weten wat echt helpt. Ik denk dat vooral de combinatie van alle maatregelen die we nemen een positief effect voor de luchtkwaliteit en gezondheidswinst gaat brengen.’


Corien Heezen en Fokkemijn Verwers Amersfoort (3) (1)

Corien Heezen en Fokkemijn Verwers: ‘Het Schone Lucht Akkoord geeft ruimte om een eigen invulling te geven aan de maatregelen’