EU-beleid en internationaal in de uitvoeringsagenda SLA

Met de internationale inzet wordt gestreefd naar een sterke afname van de gezondheidsimpact door buitenlandse emissies van fijnstof en NOx en naar aanscherping van Europees bronbeleid voor wegverkeer, industrie, scheepvaart, mobiele werktuigen, landbouw en huishoudens. Hiervoor wordt aangestuurd op een aanscherping van grenswaarden die meer in lijn liggen met de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

De maatregelen in 2 sporen

Spoor 1: Ambitieus internationaal luchtbeleid

De doelen zijn het aanscherpen van de EU-ambitie (vooral voor fijnstof ) en het aanpassen van de insteek voor normering van luchtkwaliteit. De insteek is om de algehele gezondheidswinst ook als uitgangspunt te nemen. Daarbij worden blootstelling en gezondheidswinst expliciet meegenomen, naast realisatie van grenswaarden. Dit spoor geeft invulling aan de SLA-maatregelen 1 en 4.

Spoor 2: Ambitieus bronbeleid

Nederland zet bij internationale overleggen in op scherpe emissie-eisen op basis van haalbaarheidsonderzoeken. Dit spoor geeft invulling aan de SLA-maatregelen 2 en 3.

De maatregelen

  1. Ambitieus internationaal luchtbeleid
  2. Afstemmen Europees bronbeleid
  3. Schonere internationale scheepvaart
  4. Internationale regelingen en innovatiefondsen

1. Ambitieus internationaal luchtbeleid

Eensluidende boodschap in Europa

De themagroep Internationaal inventariseert welke internationale netwerken er zijn. Daarbij kijkt de themagroep welk moment geschikt is om actief aan te sluiten. In alle communicatie met het Europese netwerk worden duidelijk de 3 speerpunten van de Nederlandse aanpak naar voren gebracht:

  • toewerken naar de in 2005 uitgebrachte WHO-advieswaarden vanaf 2030, daarna stapsgewijs naar de in 2021 aangescherpte advieswaarden
  • een gezondheidsbenadering waarbij expliciet rekening wordt gehouden met blootstelling in plaats van enkel te kijken naar grenswaarden op monitoringspunten
  • een multilevel-governance-benadering waarbij alle overheidslagen samenwerken

Het belangrijkste middel om dit te bereiken, is een eensluidende boodschap vanuit Nederland in Europa. De themagroep Internationaal maakt hiervoor een infographic/leaflet in het Nederlands en in het Engels. Hierin wordt deze benadering op een eenvoudige, duidelijke wijze uitgelegd. Deze boodschap kan gebruikt worden om nog niet aangesloten gemeenten en provincies in Nederland te informeren en om in de internationale discussies steun voor de Nederlandse standpunten te genereren.

Actieve inbreng in internationale besluitvorming

Het Rijk brengt de ambitie voor het internationale luchtbeleid actief in bij de voorbereiding van Europese besluitvorming en werkt actief met coalities van andere lidstaten samen om dit te realiseren. Ook provincies en gemeenten brengen, binnen hun eigen mogelijkheden en netwerken, de ambitie voor het internationale luchtbeleid actief in bij de voorbereiding van Europese besluitvorming. Hiervoor stelt Nederland een non-paper op met de belangrijkste uitgangspunten waarin de herziening van de Richtlijn Luchtkwaliteit zou moeten voldoen.

IenW benadert regelmatig ander lidstaten om ideeën uit te wisselen en te overleggen. Voorafgaand aan Commissie-overleggen en Raadswerkgroepen zal IenW overleggen met lidstaten die het dichtst bij het Nederlandse standpunt staan. Hierbij zal IenW zich inzetten om draagvlak voor het Nederlandse standpunt te krijgen en te bekijken waar versterking van elkaars standpunten mogelijk is. De inbreng kan ook plaatsvinden via fracties en/of leden van het Europees Parlement binnen de ruimte die daarvoor bestaat.

Clean Air forum

Nederland biedt in november 2023 onderdak aan het 4e Clean Air Forum. De Europese Commissie bepaalt grotendeels het programma, maar Nederland kan daarin ook zeker accenten aanbrengen. Mogelijk wordt aan het programma een 'veldexcursie' toegevoegd voor hoog-ambtelijke en politieke deelnemers vanuit de EU. De onderhandelingen tussen Raad en Europees Parlement over de herziening van de Richtlijn Luchtkwaliteit kunnen dan in een cruciale fase zijn.

Het Schone Lucht Akkoord bevindt zich in 2023 aan het eind van het eerste Uitvoeringsprogramma. Op de conferentie kan Nederland de bereikte resultaten delen met de andere EU-lidstaten. Bijvoorbeeld met een side-event.

Samenwerken in de Benelux

In november 2021 hebben alle Benelux-partners een politieke verklaring ondertekend. Een van de hoofddoelen is dat er meer dan voorheen samen opgetrokken wordt in de Europese arena. Dit kan bijvoorbeeld via het uitdragen van overeenkomende of gemeenschappelijke standpunten. Voor de korte termijn zal dit vooral gericht zijn op de herziening van de EU Richtlijn luchtkwaliteit en de EU Richtlijn industriële emissies. De commissievoorstellen daarvoor worden in de loop van 2022 verwacht.

Het 2e hoofddoel is dat de interne samenwerking zwaarder wordt aangezet. Daarbij gaat het om het uitwisselen van kennis en informatie over:

  • meten en modelleren
  • het informeren en het vergroten van betrokkenheid van de bevolking
  • succesvolle beleidsmaatregelen voor beleidsmaatregelen voor bepaalde bronnen van vervuiling, zoals houtstook.

Het Benelux-secretariaat organiseert op 23 maart 2022 in Brussel een conferentie AIR Health. Een Benelux-werkgroep doet de voorbereiding en uitvoering van de overige activiteiten in 2022-2023. Deze werkgroep wordt aangestuurd door het Gemeenschappelijk Werkprogramma 2021-2024 van de Benelux.

VN-ECE Air Convention

IenW heeft bij de deelnemende landen van het VN-ECE Verdrag over grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (LRTAP, of te wel Air Convention) de Nederlandse aanpak aan de orde gesteld. Dit krijgt een vervolg omdat inmiddels de eerste voortgangsmonitoring van het SLA is uitgebracht. IenW en RIVM presenteren de Nederlandse SLA-aanpak en de resultaten daarvan op de informele bijeenkomst van de Working on Strategies en Review (WGSR). Dit is het op een na hoogste orgaan in de Air Convention. De WGSR komt eind september 2022 bijeen in Nederland op uitnodiging van Nederland. Hieraan voorafgaand publiceert IenW/RIVM medio 2022 een Engelstalig artikel over het SLA en de resultaten daarvan.

2. Afstemmen Europees bronbeleid

Het Rijk stemt de inzet op ambitieus Europees bronbeleid af met andere duurzaamheidsdoelen, zoals klimaatdoelen en transitieagenda’s en beleid voor verduurzaming van de landbouw en de veehouderij. De provincies en gemeenten verspreiden via hun eigen kanalen dezelfde boodschap als het rijk en treden bovendien adviserend op naar het Rijk. Inmiddels heeft de Rijksoverheid met zogenaamde BNC fiches (beoordeling nieuwe commissievoorstellen) Herziening Richtlijn Industriële Emissies & Verordening rapportage van milieugegevens en Verordening aanscherping typegoedkeuring voor personenautos bestelwagens vrachtwagens en bussen (Euro 7) een standpunt bepaald. Dit standpunt is het Nederlandse uitgangspunt voor de onderhandelingen in de Milieuraad. De onderhandelingen over de herziening van de Europese Richtlijn Industriële Emissies worden naar verwachting onder het Zweedse voorzitterschap (eerste helft 2023) afgerond.

3. Schonere internationale scheepvaart

Het Rijk zet actief in op aanscherping van emissie-eisen voor de internationale scheepvaart in Europees en mondiaal verband via de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). Per 1 januari 2021 is in de Noordzee en de Oostzee een stikstofemissiebeheersgebied (NECA) van kracht. Alle nieuwe schepen die op de Noordzee varen, moeten vanaf deze datum voldoen aan de nieuwe IMO normen voor NOx (stikstofoxiden). De uitstoot van schepen kan hierdoor gaandeweg flink afnemen. Van belang daarbij is dat er voldoende toezicht is op de naleving van de regels. Ook Nederland draagt hieraan bij.

In het algemeen geldt dat Nederland de mogelijkheden ondersteunt die zich in internationale gremia voordoen om de uitstoot van luchtverontreiniging door de internationale scheepvaart te verminderen. Bijvoorbeeld beleid van de IMO om de CO2-uitstoot van schepen te verminderen. Belangrijk neveneffect is daarmee ook dat de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen wordt verminderd.

Ook in EU-verband, als onderdeel van de Europese Green Deal, worden maatregelen genomen die gericht zijn op reductie van de broeikasgasemissies. Deze maatregelen volgen uit de ambitie om meer gebruik te maken van hernieuwbare brandstoffen. Een mogelijk neveneffect is daarmee dat sommige brandstoffen en aandrijftechnologieën eveneens de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen verminderen.

4. Internationale regelingen en innovatiefondsen

De themagroep Internationaal verkent de mogelijkheden om effectiever gebruik te maken van internationale regelingen en innovatiefondsen. Doel is het versneld terugdringen van de emissies en ter ondersteuning van effectief luchtbeleid.

Meer informatie