Landbouw in de uitvoeringsagenda SLA
Voor landbouw wordt ingezet op het beter benutten van al aanwezige emissiereducerende technieken. Ook wordt ingezet op het verleiden en verplichten van ondernemers voor het nemen van aanvullende maatregelen in bestaande en nieuwe stallen. Daarnaast wordt verkend hoe gemeenten de instrumenten van de Omgevingswet kunnen inzetten om emissiereductie in de landbouw te bereiken.
Ontwikkelingen tot 2024
In de periode tot 2024 is uitvoering gegeven aan diverse maatregelen. Op verzoek is experimenteerruimte in de (ondertussen vervallen) Crisis- en herstelwet (Chw) gerealiseerd met meer mogelijkheden om emissies te beperken. Plus een experiment om vooruitlopend op de Omgevingswet op de nieuwe wijze technische innovaties gericht op emissiereductie uit stallen te kunnen toepassen. Ook de Omgevingswet bevat een experimenteerbepaling om gewenste innovatieve experimenten aan te vragen bij het ministerie van BZK. En er is volop aandacht voor het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling van stal- en managementmaatregelen via onder andere de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv). Met de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen is 7% van de varkensrechten afgenomen. Dit heeft een direct effect op vermindering van geuroverlast, uitstoot van broeikasgassen en stikstofuitstoot en –depositie. De provincies Noord-Brabant en Overijssel hebben een extra impuls gegeven aan toezicht en handhaving en het verbeteren van de werking van luchtwassers. Ook blijft het Rijk werken aan kennisoverdracht. Zo zorgen de kennissessies en de luchtwassercheck voor een toenemende aandacht voor toezicht op luchtwassers bij veehouderijen.
SLA-maatregel 1. Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) (afgerond)
Met de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) worden varkenshouders gecompenseerd als ze een locatie beëindigen. Varkenshouders hebben vrijwillig de subsidie aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In totaal hebben 277 varkenshouders subsidie ontvangen. Gemeenten borgen gestopte locaties in het omgevingsplan. Provincies trekken de natuurvergunning in of passen deze aan. Op 4 juli 2023 heeft de minister van LNV de Tweede Kamer de beleidsreactie op de uitgevoerde evaluatie van de Srv gestuurd ontvangen. Uit dit rapport blijkt dat 7% van de varkensrechten door de sanering is afgenomen. Het vervallen van de varkenseenheden heeft een direct effect op vermindering van geuroverlast, uitstoot van broeikasgassen en stikstofuitstoot en -depositie.
SLA-maatregel 2. Sectorale afspraken over integrale brongerichte reducties
De Rijksoverheid is in overleg over integrale, brongerichte emissiereducties. Deze intenties heeft de sector vastgelegd in sectorplannen. Voor de pluimveesector zijn met het ministerie van IenW extra afspraken gemaakt (zie SLA maatregel 3 Landbouw). De plannen hebben een termijn van tien jaar; in 2030 zouden de doelen bereikt moeten zijn. De plannen worden meegenomen in de verdere ontwikkelingen van de transitie in het landelijk gebied. Dit is nog onderhevig aan nadere politieke besluitvorming. De minister van LNV heeft over de inhoud van de sectorplannen aan de Kamer gerapporteerd.
SLA-maatregel 3. Reductie primair fijnstof in pluimveesector
De pluimveesector heeft in juli 2021 een plan ingediend om primair fijnstof uit pluimveestallen te reduceren. Doel van het sectorplan is om gezondheidswinst te realiseren, overeenkomend met de te verwachten gezondheidswinst door halvering van de fijnstofemissie in 2030 ten opzichte van 2016. Het plan is op hoofdlijnen overgenomen met een generieke maatregel en een hotspotbenadering. De voorgestelde generieke maatregel wordt overgenomen door de staatssecretaris van IenW, namelijk: 50% reductie voor nieuwe stallen, 50% reductie voor bestaande stallen in hotspots, 30% reductie voor bestaande stallen buiten hotspots. Het ministerie van IenW werkt aan een wijziging van de regelgeving in het Besluit activiteiten Leefomgeving (Bal). Op 2 februari 2023 is de Kamer hierover geïnformeerd (Kamerstuk 30175, nr.437).
SLA-maatregel 4. Invoering generieke emissie-eisen voor biologisch gehouden kippen en varkens
In het Besluit emissiearme huisvesting voor biologisch gehouden kippen en varkens en scharrelvarkens staat een vrijstelling voor emissie-eisen. Het Rijk heft deze vrijstelling op en maakt vervangende eisen. Deze komen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Daarbij komt er een overgangstermijn voor bestaande stallen.
SLA-maatregel 5. Verbeteren van effectiviteit van emissiearme stallen
Kennisoverdracht over emissiereducerende technieken, een verbeterd toezicht en betere handhaving op die technieken zijn belangrijk. In het thema landbouw zijn verschillende initiatieven gestart. Dit is niet uitputtend: gedurende de looptijd van het SLA zijn nieuwe initiatieven te starten die gericht zijn op verbetering van bestaande technieken. Ook andere gemeenten dan de huidige pilotdeelnemers kunnen deze maatregelen nemen en/of in hun decentrale uitvoeringsplannen opnemen.
5a E-learning en expertmeetings over luchtwassers
Het Rijk heeft samen met luchtwasser-fabrikanten en toezichthouders een e-learning tool ontwikkeld over luchtwassers voor toezichthouders en veehouders. Rijkswaterstaat heeft bijeenkomsten georganiseerd over toezicht op luchtwassers en het werken met elektronische monitoring. Tijdens deze bijeenkomsten is ook afgestemd over praktijkrichtlijnen voor toezicht. Verder hebben omgevingsdienst Twente, omgevingsdienst regio Utrecht en omgevingsdienst Brabant Noord bijeenkomsten georganiseerd van de landelijke kring luchtwassers.
Deze data wordt meegenomen in de doorontwikkeling van risicogericht toezicht en handhaving en is een van de bronnen voor beleidvorming. Met dit project zijn 5994 controles uitgevoerd.
Wat met de regionale aanpak en projecten wordt geleerd, is ook bedoeld voor een landelijke toepassing en daarom worden deze ervaringen binnen de themagroep Landbouw gedeeld (zie ook 5g). In 5b en 5c worden twee initiatieven genoemd. Dit is niet uitputtend; gedurende de looptijd van het SLA zijn nieuwe initiatieven te starten.
5b Landelijke aanpak toezicht luchtwassers
De provincie Overijssel heeft in samenwerking met omgevingsdiensten een toezichtactie uitgevoerd. Ook is door provincie Overijssel, omgevingsdienst Twente en omgevingsdienst IJsselland de luchtwasser-check ontwikkeld. Dit is een tool die de gegevens van elektronische monitoring van luchtwassers overzichtelijk presenteert. Toezichthouders kunnen deze tool gebruiken om te beoordelen of de luchtwasser goed werkt en daar hun toezicht en handhaving beter op richten.
5c Landelijke aanpak toezicht veehouderijen
Het project Intensivering Toezicht veehouderijen (ITv) is een project van de provincie Noord-Brabant, 43 gemeenten en 3 omgevingsdiensten. Tussen 2017 en 2021 zijn de veehouderijen in de deelnemende gemeenten op uniforme manier geïnspecteerd op alle onderdelen van de Wet Natuurbescherming en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het doel van het project ITv was tweeledig:
- Inzicht krijgen in naleefgedrag (‘voldoet iedereen aan de regels’)
- Beschikken over een actueel beeld van de veehouderijsector.
De opbrengst van het project ITv biedt handvatten voor verdere beleidsontwikkeling, maar is niet de (enige) basis. ITv heeft de veehouderijsector in beeld gebracht en de samenwerking tussen omgevingsdiensten, gemeenten en provincie efficiënter en nuttiger gemaakt. De resultaten van het project over naleving (de data), zijn provincie-breed op dezelfde wijze op te halen. Provincie Noord-Brabant neemt deze data mee in de doorontwikkeling van risicogericht toezicht en handhaving en de data vormen daarmee een van de bronnen voor beleidsvorming. Andere deelnemers aan het SLA worden uitgenodigd om dit ook binnen eigen provincie/gemeente toe te passen.
5d Fijnstof meten met innovatie technieken pluimvee
Met fijnstofmetingen in praktijkstallen wordt de effectiviteit van innovatieve emissiereducerende technieken of maatregelen bepaald. Het doel is om een fijnstofemissiefactor voor deze innovatieve technieken te bepalen, die het ministerie van IenW (na advies door de Technische Advies Pool) kan opnemen op de fijnstoflijst. In maart 2023 is de voor fijnstof voor de veehouderij gepubliceerd. De emissiefactoren op deze lijst zijn te gebruiken voor het berekenen van de emissie van fijnstof uit stallen.
De regio Food-Valley is aan de slag met een pilot over bedrijfsontwikkelplannen van pluimveehouders. Deze bedrijfsontwikkelplannen gaan in op het gebruik van ver(der)gaande fijnstoftechnieken in de stal. In het kader van deze pilot zijn er vijf pluimveehouders bezocht en zijn er plannen opgesteld. Het eindrapport van de pilot wordt in 2024 verwacht.
De fijnstoflijst is een lijst met stalsystemen en technieken met bijbehorende emissiefactoren en reductiepercentages die het ministerie van IenW vaststelt in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit (Rbl).
5e Voorlichtingsprogramma emissiereducerende technieken
Het ministerie van IenW realiseert samen met Rijkswaterstaat voorlichtingsmateriaal over emissiereducerende technieken in veehouderijen. Het doel is het verbeteren van kennis bij vergunningverleners, toezichthouders, veehouders en adviseurs over de werking en toepassing van deze technieken. Aan deelnemers wordt gevraagd dit materiaal te gebruiken en ervaringen en casussen actief met elkaar te delen. Diverse producten staan inmiddels op de website Schone Lucht Akkoord. Ook is op de IPLO-website informatie toegevoegd zoals bijvoorbeeld hoe toezicht gehouden kan worden op luchtwassers.
5f Beter benutten van bestaande technieken in varkensstallen in Noord-Brabant
De provincie Noord-Brabant stimuleert gemeenten in Noord-Brabant om plannen te maken voor meer emissiereductie bij varkensstallen door betere toepassing van bestaande technieken. De provincie Noord-Brabant heeft een SpUk-aanvraag toegekend gekregen voor een project met combi-luchtwassers.
5g Afspraken sector beter benutten emissiereducerende technieken
Gemeenten maken met de veehouderijsector en omgevingsdiensten afspraken over het beter benutten van emissiereducerende technieken. Het gaat hierbij zowel om nageschakelde technieken als om bronmaatregelen. Deze afspraken kunnen de hele landbouwsector betreffen, dus ook de rundveehouderij. Bij het toepassen van deze maatregel is een koppeling te maken met het voorlichtingsprogramma voor fijnstoftechnieken (5e) en het project Beter benutten van bestaande technieken in varkensstallen in Noord-Brabant (5f).
SLA-maatregel 6. Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv)
Het ministerie van LNV heeft de Subsidiemodules brongerichte duurzame stal- en managementmaatregelen (Sbv) ontwikkeld voor onderzoek en ontwikkeling van stal- en managementmaatregelen, en voor investeringen in bewezen technieken. De twee modules van de Sbv, de innovatiemodule en de investeringsmodule, worden tot en met 2024 gefaseerd opengesteld voor verschillende veehouderijsectoren. RVO zorgt voor de uitvoering van de subsidieregeling. Het ministerie van IenW neemt nieuwe goedgekeurde technieken op in de Omgevingsregeling onder de Omgevingswet. Gemeenten informeren veehouders over deze gesubsidieerde maatregelen en verleiden ze om deze toe te passen. De ondernemer raakt op deze manier bekend met de mogelijkheden en middelen die in te zetten zijn op de meest noodzakelijke plekken. Samenvattingen van de goedgekeurde innovatieprojecten zijn te vinden op de website van RVO.
SLA-maatregel 7. Experiment Crisis- en herstelwet
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1-1-2024 is de Crisis- en herstelwet vervallen. Voor experimenten die al gestart zijn geldt overgangsrecht. Zie hiervoor IPLO.nl (onderaan de webpagina). Nieuwe experimenten kunnen worden aangevraagd met toepassing van afdeling 23.2 van de Omgevingswet.
7a Experimenteren met doelvoorschriften in combinatie met meten
Aan de Crisis- en herstelwet (Chw) is door het Rijk op verzoek van de deelnemers twee experimenten toegevoegd via de 21ste tranche. Deze was tot 1-1-2024 van toepassing voor gemeenten die liggen binnen de hiervoor bij de Chw aangemelde provincies.
Het doel van de experimenteerruimte was om vooruitlopend op de omgevingswet te oefenen met de mogelijkheid om innovatieve stallen toe te laten die niet in de RAV-lijst staan.
7b Informatie over toepassen Chw-experiment
Rijkswaterstaat heeft informatie ontsloten over de toepassing van de Chw-experimenten op Infomil en IPLO. Op 4 april 2023 is een netwerkbijeenkomst georganiseerd met vergunningverleners en toezichthouders over onder meer de mogelijkheden die de Chw biedt om geuroverlast aan te pakken.
7c Experimenteren met instrumenten uit Chw-experiment geur en SLA
Het Rijk heeft aan de Chw een mogelijkheid toegevoegd voor gemeenten om:
- Af te wijken van het dwingende toetsingskader van de Wgv.
- Extra maatregelen voor te schrijven om de geuremissie te verlagen, vanwege de cumulatieve gevolgen van de emissie van geur, ammoniak of zwevende deeltjes (PM10) of onaanvaardbare geurhinder.
- Een vergunning in te trekken.
- Af te wijken van de in de Wgv opgenomen 50%-regeling.
Dit geeft gemeenten de mogelijkheid om in te grijpen in bestaande overbelaste situaties. En om plannen op te stellen voor het effectief inzetten van de nieuwe instrumenten om knelpunten van geur te verminderen en de luchtkwaliteit te verbeteren. Gemeenten kunnen via casussen experimenteren met het toepassen van instrumenten uit het Chw-experiment geur en het SLA. Toepassen van het Chw-experiment door decentrale overheden gebeurt op vrijwillige basis.
SLA-maatregel 8. Inzet instrumenten van de Omgevingswet
8a Brede uitrol van toepassing van instrumenten uit de Omgevingswet
Het Rijk heeft een rapport laten opstellen over de juridische mogelijkheden voor emissiereductie bij veehouderijen onder de Omgevingswet: Juridische mogelijkheden om te komen tot scherper vergunnen in de veehouderij branche. In het laatste hoofdstuk staat een tekst die gemeenten kunnen overnemen in de VTH-nota. Zo kunnen gemeenten het scherper vergunnen vastleggen in hun beleid. Deze bouwsteen helpt bij het verder uitrollen van succesvolle manieren om de verschillende instrumenten die de Omgevingswet biedt, zoals het vastleggen van ambities in de omgevingsvisie, het opstellen van een programma en het verankeren van regels in het omgevingsplan.
8b Omgevingsprogramma
Drie gemeenten in de Gelderse Vallei, Noord-Brabant en Noord- en Midden-Limburg stellen sectorale omgevingsprogramma’s op voor drie verschillende gebieden. Deze omgevingsprogramma’s zijn een voorbeeld voor andere regio’s. Daarbij is ook aandacht voor het vastleggen van beleidsdoelen en omgevingswaarden in uitvoeringsplannen.
8c Juridische expertise huidige en toekomstige regelgeving
Rijkswaterstaat ondersteunt pilotgemeenten bij het ontwikkelen van bouwstenen onder de Omgevingswet. Dit doet Rijkswaterstaat door het leveren van juridische expertise over de huidige en toekomstige wet- en regelgeving.