Hoogst blootgestelde gebieden en gevoelige groepen in de uitvoeringsagenda SLA

In 2018 heeft de Gezondheidsraad geadviseerd om locatiespecifiek beleid op te nemen voor de bescherming van ‘hoogrisicogroepen’.

Dit zijn mensen die een verhoogd risico lopen op gezondheidsschade. Zij vallen onder hoogblootgestelde groepen en hooggevoelige groepen:

  • Hoogblootgestelde groepen: mensen die worden blootgesteld aan hogere concentraties van luchtvervuiling dan gemiddeld. Dit komt vaak door een stapeling van vervuilende bronnen.
  • Hooggevoelige groepen: mensen die door medische factoren meer dan gemiddeld gezondheidseffecten ervaren door luchtvervuiling. Dit zijn onder andere mensen met luchtwegaandoeningen (zoals astma), mensen met hart- en vaatziekten, mensen met diabetes, kinderen (<18 jaar), ouderen (>65 jaar) en zwangere vrouwen.

Aanpak voor hooggevoelige groepen

In 2020 is een verkenning uitgevoerd van bestaand beleid gericht op gevoelige bestemmingen. In 2021 is Rijkswaterstaat gestart met het uitwerken van een advies over gevoelige-bestemmingenbeleid. Dit doet Rijkswaterstaat in samenwerking met GGD Nederland, gemeenten, provincies, rijksoverheid en gezondheidsorganisaties. Daarbij gebruiken zij de kennis en ervaring vanuit bestaand beleid, zoals richtlijnen voor gevoelige bestemmingen.

Advies bescherming gevoelige groepen

Eind 2022 heeft de stuurgroep het SLA-advies hooggevoelige groepen vastgesteld. Dit kunnen gemeenten gebruiken als basis voor hun beleid. De kern van het advies is: houd afstand tussen bronnen van luchtvervuiling en plekken waar gevoelige groepen langdurig verblijven (zoals verpleeghuizen, scholen en kinderopvang). Dit advies kan worden gebruikt om aan de slag te gaan met lokaal beleid voor gevoelige groepen. In het voorjaar van 2023 worden, aan de hand van een bijeenkomst over het advies, de vervolgstappen voor het thema hooggevoelige groepen afgestemd.

Aanpak voor hoogblootgestelde gebieden

RIVM heeft in 2020 en 2021 een eerste analyse uitgevoerd naar gebieden waar de gezondheidsschade relatief hoog is door een gecombineerde blootstelling aan NO2 en fijnstof. Ook is gekeken naar gebieden waar de luchtvervuiling bij bestaand beleid in 2030 de WHO-advieswaarden overschrijdt. Het gaat hierbij om binnenstedelijke gebieden met veel verkeer, scheepvaart, houtstook of industrie. Vaak gaat het om gebieden waar verschillende bronnen samenkomen. De resultaten van het onderzoek zijn te lezen in de methode voor het bepalen van hoogblootgestelde gebieden in Nederland.

Uit de analyse van het RIVM blijkt dat het vanuit gezondheidskundig oogpunt niet mogelijk is om een objectief onderscheid te maken tussen hoog- en niet-hoogblootgestelde gebieden. Vrijwel heel Nederland zou dan worden gekenmerkt als hoogblootgesteld gebied. Wel is de blootstelling in sommige gebieden hoger dan in andere gebieden. Dit is voornamelijk het gevolg van lokaal aanwezige bronnen.

Daarom is geadviseerd om de aanpak voor hoogblootgestelde gebieden uit te werken door een aantal kleinschalige, gebiedsgerichte onderzoekspilots.

Gebiedsgerichte pilots

In 2022 zijn een aantal pilots gestart om een aanpak voor hoogblootgestelde gebieden uit te werken. Het doel is om de pilots in 2023 af te ronden en één aanpak voor hoogblootgestelde gebieden op te stellen.

De stuurgroep heeft op advies van het RIVM besloten om een aantal gebiedsgerichte pilots uit te voeren voor verschillende type gebieden met een relatief hoge blootstelling. De doelen van de pilots zijn:

  • Inzicht krijgen in de bijdrage van verschillende bronnen aan de gezondheidseffecten.
  • Onderzoeken welke gebiedsgerichte aanpak effectief is in verschillende gebieden.
  • Onderzoeken welke bijdrage verschillende maatregelen en partijen kunnen leveren aan de gebiedsgerichte aanpak.

In 2022 zijn de gebiedsgerichte pilots begonnen op basis van voorstellen van gemeenten en provincies. Het gaat om de volgende pilots:

  • Provincie en gemeente Utrecht: pilot in binnenstedelijk gebied waarin een hoge bijdrage van onder andere verkeer centraal staat.
  • Regio IJmond (provincie Noord-Holland en gemeenten Beverwijk, Velsen en Heemskerk): pilot in complexe industriële gebieden.
  • Gemeente Tilburg: pilot voor een gebied met binnenvaart als een van de grootste bronnen.
  • Provincie Groningen (regio Delfzijl): pilot in relatief laag blootgesteld gebied met verhoogde concentraties luchtvervuiling door lokale bronnen.

Er is geen voorstel ingediend om een pilot voor een landbouwgebied te doen. Wij gaan met de themagroep Landbouw onderzoeken waar er kansen liggen om landbouw wel te betrekken. De resultaten worden opgenomen in de definitieve aanpak voor hoogblootgestelde gebieden.

De pilots volgen een vaste structuur:

  1. RIVM voert een analyse uit naar de belangrijke bronnen van luchtvervuiling in de aangewezen regio.
  2. Op basis van die analyse en andere kennis wordt nagedacht over aanvullende maatregelen die kunnen worden genomen om luchtvervuiling terug te dringen. Hierbij wordt aandacht besteed aan de nodige samenwerking tussen partijen/overheden om maatregelen uit te voeren.
  3. De voorgestelde maatregelen worden uitgewerkt en de effecten (emissies en gezondheidseffecten) worden ingeschat.
  4. De bevindingen worden opgeschreven in een rapport voor de themagroep hoogblootgestelde gebieden en hooggevoelige groepen.

Elke regio levert hun bevindingen op aan de themagroep. Op basis daarvan wordt één aanpak voor hoogblootgestelde gebieden gemaakt. Het doel is om deze aanpak in 2023 uit te brengen.

Meer informatie