Mobiliteit in de uitvoeringsagenda SLA

Voor het wegverkeer zet de Rijksoverheid in op een verdere aanscherping van de Europese emissie-eisen voor voertuigen en een verdere verbetering van de monitoring en het toezicht in Nederland. Daarnaast leveren maatregelen uit het Klimaatakkoord, waaronder elektrificatie, lokaal beleid voor het stimuleren van schone en actieve mobiliteit, nul-emissie-stadslogistiek, en de werkgeversaanpak een belangrijke bijdrage aan schone lucht, vooral op de langere termijn.

Ontwikkelingen tot 2024

Voor het thema mobiliteit is het doel 70% emissiereductie in 2030 ten opzichte van 2016. In de periode tot 2024 lag het zwaartepunt op het verduurzamen van voertuigen en brandstoffen. Bij de nieuwverkoop van personenauto’s en gemotoriseerde tweewielers komt de ingroei van elektrische voertuigen op stoom; tegelijk neemt de leeftijd van de vloot toe en groeit de omvang van het wagenpark en de auto’s zelf. Verder lijken de jaren van verplicht thuiswerken deels een structureel effect te hebben op meer thuiswerken. De invoering van de rapportageplicht werkgebonden vervoer per juli 2024 geeft een blijvende impuls voor werk- gevers om te sturen op duurzamer reisgedrag.

De invoering van de ZE-zones voor stadslogistiek in een aantal steden in 2025-2026 geeft een stevige impuls voor vergroening van bedrijfswagens. Daarnaast is bij (her)ontwikkeling van nieuwbouwwijken toenemende aandacht voor autoluw ontwerp en actieve mobiliteit (zgn. STOMP). In bestaande wijken wordt verandering stapsgewijs gerealiseerd door verbetering van fietsinfrastructuur, ruimte voor lopen en verlaging van maximum snelheid van 50 naar 30km/u. Voor veel gemeenten vormen inmiddels andere beleidsdoelen dan luchtkwaliteit (klimaatbeleid, verkeersveiligheid) de belangrijkste motivatie voor mobiliteitsmaatregelen.

Spoor 1. Gezondheidsdoelen in verkeers- en vervoersplannen en regionale mobiliteitsprogramma’s

SLA-maatregelen 1. Gezondheidsdoelen opnemen in de plannen, 3.  Regionale mobiliteitsprogramma's en 4. Gezondheidseffecten bij effectstudies

Door gezondheidsdoelen voor schonere lucht op te nemen als (neven)doel voor verkeers- en vervoersplannen worden de plannen geoptimaliseerd op gezondheid. De nadruk ligt op grotere plannen met een mogelijk substantiële invloed op verkeersemissies en gezondheidseffecten. Dit geldt in het bijzonder voor de regionale mobiliteitsstrategieën waarin de maatregelen uit het Klimaatakkoord voor mobiliteit worden uitgewerkt.

Op het niveau van de Rijksoverheid is in de ‘Schets Mobiliteit naar 2040: veilig, robuust, duurzaam’ een passage opgenomen over het Schone Lucht Akkoord (SLA) en daarin zijn de gezondheidsdoelen beschreven. Dit geldt ook voor de Nationale Omgevingsvisie.

Spoor 2.  Verduurzaming eigen voertuigen en transportdiensten

SLA-maatregel 2. Emissie-eisen eigen inkoop voertuigen

Sinds 2021 geldt voor aanbestedende diensten de Regeling bevordering schone wegvoertuigen. Doel van de regeling is om de markt voor schone en energie-efficiënte voertuigen via publieke inkoop te bevorderen. De regeling verplicht
aanbestedende diensten om bij Europese aanbestedingen voor wegvoertuigen, en diensten waarbij voertuigen worden ingezet zoals vuilnisdienst of post, te voldoen aan een minimumpercentage van schone en emissievrije wegvoer-
tuigen. De regeling maakt onderscheid tussen lichte en zware wegvoertuigen. De minimumpercentages zijn gekoppeld aan aankopen in twee referentieperioden: tot en met 2025 en 2026-2030.

Daarnaast nemen Rijksoverheid, gemeenten en provincies vanaf 2021 in aanbestedingen van voertuigen en transportdiensten aanbestedingseisen en gunningscriteria op die minimaal vergelijkbaar zijn met de MVI-criteria. De Rijksoverheid herijkt periodiek de MVI-criteria-tool. Voorafgaand aan het vaststellen van de MVI-criteria vindt afstemming plaats met bedrijfsleven, kennispartijen en milieu- en/of gezondheidsorganisaties. Deze herijking vindt iedere circa anderhalf jaar opnieuw plaats.

Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI) is sinds 2022 de opvolger van het eerdere Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI).

Spoor 3. Voertuigemissies

SLA-maatregel 5. Nieuwe roetfiltertest

De nieuwe APK-test voor controle van roetfilters van dieselauto’s is op 1 januari 2023 ingevoerd. Nederland behoort hiermee wereldwijd tot de eerste landen, die tot de invoering van een effectieve roetfiltercontrole in de APK zijn overgegaan. De nieuwe test kan bij ongeveer 7000 APK-bedrijven worden gedaan. Jaarlijks worden 1 à 1,2 miljoen roetfiltercontroles uitgevoerd. Zo'n 98.000 auto's zijn niet geslaagd voor de nieuwe roetfiltertest.

In de brief van 15 mei 2023 (Vergaderjaar 2022–2022, 31 305 Mobiliteitsbeleid, Nr. 252) is de Tweede Kamer geïnformeerd dat TNO onderzoek doet naar eventuele mogelijkheden om in de APK de emissies van benzineauto’s beter te kunnen controleren. Mogelijkheden zijn onder meer: herinvoering in de APK van een zo mogelijk verbeterde emissietest voor controle van benzineauto’s met driewegkatalysatoren én intensivering van het markttoezicht op de verkoop van vervangingskatalysatoren voor benzineauto’s. TNO onderzoekt hoe een verbeterde APK-emissietest voor benzineauto’s er precies uit kan zien en welk NOx-reductieeffect hiermee te realiseren is.

SLA-maatregel 6. Voorkomen defecte en gemanipuleerde AdBlue-systemen

AdBlue systemen verminderen bij goed functioneren de emissie van NOx bij voertuigen naar de lucht. De Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) onderzoekt wat de beste manier voor handhaving is en maakt hiervoor een
risicoanalyse. De belangrijkste onzekerheden in de effectschatting zitten in de effectiviteit van de handhaving en de huidige omvang van de manipulatie.

De ILT gaat een nulmeting uitvoeren en gaat inventariseren hoe de naleving het beste te bevorderen is, zodat dit een bijdrage oplevert aan de emissiereductie van NOx. Deze stappen worden in gang gezet als vanuit het ministerie van IenW (duidelijkheid over) een wettelijke basis voor handhaving is gefaciliteerd.

SLA-maatregel 8. Wet vrachtwagenheffing

Met het gedeeltelijk in werking treden van de Wet vrachtwagenheffing ging op 1 januari 2023 de realisatie van het heffingssysteem van start. Dit betekent dat de benodigde organisatie wordt ingericht en verschillende aanbestedingen zullen plaatsvinden. Op basis van de huidige inzichten zal de vrachtwagenheffing in 2026 starten.

Parallel aan de voorbereiding van de realisatie van de vrachtwagenheffing wordt gewerkt aan het meerjarenprogramma voor innovatie en verduurzaming van de vervoerssector. Dit meerjarenprogramma bevat een pakket van subsidiemaatregelen die vanuit de netto-opbrengsten van de vrachtwagenheffing te financieren zijn, de zogenaamde ‘terugsluis’. Uit een in 2023 uitgevoerde effectstudie blijkt dat dit, afhankelijk van het type maatregelen die straks worden vastgesteld, tot ongeveer 17.400 extra emissieloze vrachtwagens in 2030 leidt. Dit leidt tot 0,9 Mton minder CO2-uitstoot en ongeveer 5.100 ton minder stikstofuitstoot.

Nog voor de start van de vrachtwagenheffing moet de Wet vrachtwagenheffing gewijzigd worden om de herziene Europese richtlijn voor het in rekening brengen van het gebruik van wegeninfrastructuur aan voertuigen (Eurovignetrichtlijn) te implementeren. De tarieven moeten gedifferentieerd worden naar de CO2-emissieklasse van het voertuig. Uitgangspunt is een maximale korting voor zero-emissievoertuigen. Uit een in 2023 uitgevoerde effectstudie blijkt dat de aangepaste tarieven zorgen voor een extra reductie van de CO2-uitstoot met 0,4 Mton per jaar in 2030 (t.o.v. de oude tarieven), een extra reductie van schadelijke stikstofemissies van 1.100 ton en een kleine afname in de groei van fijnstofemissies.

SLA-maatregel 9. Autobelastingen

Momenteel worden de subsidies voor tweedehands elektrische personenauto’s (de SEPP) geëvalueerd. Hierin worden de effecten van deze regelingen op de milieu- en klimaatdoelen meegenomen.

Spoor 4. Internationaal bronbeleid

SLA-maatregel 7. Internationaal bronbeleid

De Rijksoverheid zet zich actief in op verdere aanscherping van de Europese normstelling voor auto’s, vrachtauto’s en brommers. Voorzieningen voor het blijvend voldoen aan de normen, zoals bij het wegvervoer zijn daarbij een belangrijk aandachtspunt. Zo heeft de Rijksoverheid een actieve bijdrage geleverd aan het tot stand brengen van de nieuwe emissienorm Euro 7. Deze emissienorm geldt voor nieuwe personenauto’s, lichte bedrijfsvoertuigen en zware bedrijfsvoertuigen zoals vrachtauto’s en bussen. Aanscherpen van Europese emissienormen (bronbeleid) is de meest effectieve manier om de emissies in mobiliteit verder te laten dalen. De norm zal voor lichte voertuigen vanaf 29 november 2026 in werking treden en voor zware voertuigen vanaf 29 mei 2028. Vanaf 1 juni 2028 worden daaraan geleidelijk eisen aan de slijtage-emissies van banden toegevoegd. Vanaf 2030 gelden er ook grenswaarden voor de emissie van remdeeltjes.

Meer informatie